Mijn vuisten druk ik tegen mijn slapen. Ik wil niet meer, het is te veel.
Te veel geluid dat zich van alle kanten aan me opdringt.
De wekker van beneden die maar blijft piepen, de Deep-House-bassen van achter de slaapkamermuur die dwars door mijn lijf beuken, dichtknallende deuren van de ruziënde aso’s aan de andere kant van mijn flat en nu, alweer, dat dreunende gebonk van boven.
Ik wieg van voor naar achter. Ik weet het, alles is beter dan de chaos van het studentenhuis en veel beter dan op de straat waar ik heb overleefd. Maar deze helse herrie, ik kan niet meer.
Elke maandag, altijd op maandag, dat gebonk van boven. Onregelmatig, soms sneller, dan weer traag, om gek van te worden. Dat kittige vintage vrouwtje lijkt zo frêle, maar maakt het kabaal van een Poolse sloopploeg.
Het vintage vrouwtje van de kringloopwinkel om de hoek. Niet dat ze zo oud is, net dertig, maar qua kleding is ze blijven steken in de jaren ’60. Na mijn werk in de buurtsuper kom ik haar af-en-toe tegen in het trappenhuis, altijd gekleed in minirok-met-laarsjes. Ze heeft best een prettige verschijning, hartvormig gezicht, zwart haar, krap 1 meter 60 met een slank en fijn figuur. Een keer liet ik haar vóór gaan. Heupwiegend nam ze de traptreden. Genietend van het opwindende uitzicht volgde ik en ik verbeelde me dat mijn handen langs de binnenkant van haar dijen omhoog gleden tot onder haar minirok. Bij mijn flat deed ik alsof ik mijn sleutel zocht en keek haar na tot de volgende overloop. Daar draaide ze, zocht mijn blik, kneep nadrukkelijk even haar ogen toe en heupwiegde verder omhoog.
Mijn erectie zocht naar ruimte in mijn broek, ik durfde niet meer te kijken en ging snel naar binnen.
De Poolse sloopploeg is weer begonnen.
Ik probeer mijn kalmte te vinden door alle spinners in mijn collectie nog beter in het gelid te zetten. Zinloos. Op de gang ga ik heen-en-weren, hang de Mondriaan-reproducties recht, nog eens en nog maar een keer. Steeds sneller ijsbeer ik. Dan duw mijn vuisten tegen mijn voorhoofd tot ik het niet meer uithou. Ik haal diep adem, storm mijn flat uit, de trap op, en bel bij haar aan.
Het gebonk stopt. De deur gaat open. Verbaasd kijk ik naar haar hoog geknoopte bloemetjesschort. Ze blaast wat verdwaalde haren uit haar gezicht en snuift.
“Wat mot je?”
“Goedemorgen, ik ben Youri van beneden. Ik weet niet wat u aan het doen bent, maar ik word gestoord van dat gebonk.”
Ze knikt en kijkt me doordringend aan. Haar ogen zijn groen.
“Word jij gestoord van dat gebonk, professor?
Nou, ik ook. Laat maar zien of jij er wat mee kan.”
Ze stapt opzij met een uitnodigend gebaar. Voorzichtig loop ik langs haar heen.
De dichtknallende deur laat me verstijven. Met een tik tegen mijn bil zegt ze:
“Doorlopen professor. Ik heet Elly. Je weet toch waar de badkamer is?”
Ik volg het golvende oranje-beige behang van de gang naar de badkamer. Ze wijst. Naast een antiek was-apparaat staat een soort ronde afvalemmer.
“Kijk, dat is de rotzak. Die centrifuge gaat steeds aan de wandel.
Ik word er ook gek van.”
Bovenop de centrifuge zit een hendel die ze wegdraait zodat de klep open kan.
In een trommel met gaatjes ligt een kluit natte was.
Automatisch buig ik voorover en verdeel de natte kluit netjes over de trommel.
Ik pak de rand, wiebel die heen en weer, grom goedkeurend en ga weer rechtop staan.
“Als je de was netter verdeelt dan draait het zonder gebonk.
En ga er voor de zekerheid op zitten, dan wandelt ie zeker niet weg.”
“Jaja, er op gaan zitten, halve zool. Ga maar professor, ik red me wel.”
Als ik langs haar wil lopen, trekt ze me aan mijn schouder naar beneden en kust mijn wang. Achter mij sluit ik zachtjes de badkamerdeur en adem langzaam uit. Als ik met een gloeiende wang langs de oranje-bruine golven loop, hoor ik achter mij een zoemend geluid. Ik sta stil bij de huiskamerdeur die op een kier staat, duw hem verder open en kijk naar binnen. Het lijkt precies op de foto van mijn oma’s huis! Ruwharige vloertegels in twee kleuren bruin, twee gele kuipstoeltjes op een chromen draaipoot, een bol-lamp van touw, alles ademt de zestiger jaren. Alles behalve het flat-screen aan de muur. Nieuwsgierig ga ik naar binnen, draai de stoeltjes rond en bestudeer de ouderwetse radiokast met draaischijf.
Er staat een chromen schaaltje-met-deksel op een poot. Ik duw de zwarte knop bovenop deksel in. Tollend draait het deksel naar beneden en komt weer omhoog. Gefascineerd hou ik de knop steeds helemaal ingedrukt totdat het deksel stopt met draaien.
Nog een laatste keer kijk ik de kamer rond en ga naar de gang.
Als ik de voordeur voorzichtig achter me dicht wil trekken, klinkt er gekerm uit de badkamer. Ik wacht even en luister. Het gekerm klinkt steeds luider, met lange uithalen. Is ze uitgegleden? Of is er iets mis met de elektra?
Ik neem in zes passen de gang in en verstijf opnieuw als de voordeur dichtslaat. Het gekerm uit de badkamer klinkt nu wanhopig.
Voorzichtig doe ik de badkamerdeur open. Elly zit wijdbeens op de zoemende centrifuge, naakt onder het opengeknoopte jasschort dat slordig om haar heen is gedrapeerd. Tranen lopen over haar wangen langs de uitgelopen mascara. Ze wiegt van voor naar achter terwijl haar lichaam op volle toeren meetrilt. Een hand zit tussen haar dijen geklemd, de andere om haar kleine, ronde borst waarvan de tepel tussen haar vingers naar voren priemt.
‘Ow, asjeblieft, hou me, hou, hou me vahahaaa…’ kermt ze.
Ik draai mijn hoofd weg, durf niet te kijken, schuifel zijwaarts naar haar toe en leg voorzichtig een arm om haar heen. Gelijk slaat ze twee armen zo stevig om mijn middel dat ik haar voel trillen.
Nog harder kermt ze tot ze uiteindelijk luid ‘Jaaa’ schreeuwt en schokkend tegen me aan hangt.
Onhandig aai ik over haar hoofd, gelukkig wordt haar geschok minder heftig.
De zoemende centrifuge trilt nog steeds. Opnieuw begint ze te zuchten en zegt:
‘As-asje-sjeblieft, zet-zet ‘m uit.’
Ik trek de stekker uit het stopcontact, het trillen stopt.
Ik aai over haar rug, ze schokt nog steeds een beetje, maar begint minder te hijgen.
Na een laatste stuiptrekking kijkt ze omhoog.
“Dankjewel, wat ben jij een schatje. Kijk nou toch eens, je witte overhemd, onder de mascara. Kom, ik was ‘m voor je.”
Met natrillende handen trekt ze mijn overhemd los, waarbij ze mijn stijve lid raakt die boven de broekband staat.
“Oh, wat een mooi compliment.”
Met haar vingertoppen streelt ze mijn erectie, neemt hem tussen duim en wijsvinger en schuift tergend traag de voorhuid naar beneden. Ik staar recht voor me uit en klamp me aan haar vast als ze mijn broek naar beneden trekt.
Ik hoor alleen mijzelf ademen als haar tong mijn top likt, haar lippen om mijn eikel glijden.
Ritmisch neemt ze me steeds iets verder in haar mond. Haar hoofd gaat op en neer, eerst langzaam maar steeds sneller tot ik sta te trillen. Vanuit mijn tenen stijgt een onweerstaanbaar orgasme omhoog. Met een zuigend geluid laat ze mijn keiharde pik schieten. Ik kijk naar beneden, zie haar gezicht en spuit drie stralen sperma over haar wangen, voorhoofd en zwarte lokken. In haar ogen schittert hetzelfde als ik voel.
We beginnen samen te lachen, schaterend en lang.
Sindsdien kom ik elke maandag bij mijn vintage buurvrouw Elly.
Zij doet de was, ook de mijne, en we genieten van elkaar.
Onze favoriet is dat zij voorover op de spinnende centrifuge ligt en ik haar op z’n hondjes neem.
En het mooiste is, dat ik me nauwelijks nog stoor aan alle geluiden die mijn buren maken.
Ik ben thuis.

Geef een reactie